Zuid-Limburg Bereikbaar gaat werkgevers ondersteunen bij Ontwerpbesluit CO₂-Reductie Werkgebonden Personenmobiliteit
Bij het eerste Mobiliteitscafé op 17 januari 2023 waren we te gast bij Rijkswaterstaat en stond meteen een belangrijk thema op de agenda. Namelijk het Ontwerpbesluit CO₂-Reductie Werkgebonden Personenmobiliteit voor werkgevers met meer dan 100 medewerkers. Tijdens een goed bezocht Mobiliteitscafé kregen werkgevers meer informatie over het Ontwerpbesluit. Ze konden bovendien in gesprek gaan met sprekers van Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en vragen stellen over regio- en bedrijfsspecifieke situaties. Zuid-Limburg Bereikbaar heeft toegezegd werkgevers te gaan ondersteunen om het verplicht rapporteren over de woon-werkkilometers zo eenvoudig mogelijk te maken.
Wat houdt het Ontwerpbesluit CO₂-Reductie Werkgebonden Personenmobiliteit in?
Het Ontwerpbesluit CO₂-Reductie Werkgebonden Personenmobiliteit is een uitwerking van het doel uit het Klimaatakkoord om de CO₂-emissies door werkgebonden personenmobiliteit (woon-werkverkeer en dienstreizen) in 2030 met 1 Mton terug te dringen. Op grond van het Ontwerpbesluit moeten werkgevers met meer dan 100 werknemers jaarlijks op uiterlijk 1 juli gegevens verstrekken over de werkgebonden personenmobiliteit van hun werknemers in het kalenderjaar daarvoor. Het gaat daarbij om aantal gereisde kilometers, de gebruikte vervoermiddelen en brandstof. Met behulp van deze gegevens berekent een digitaal platform de CO₂-uitstoot op concernniveau. Via een rapportage krijgen werkgevers inzicht in hun emissies en worden ze gestimuleerd om reducerende maatregelen te nemen. Wanneer blijkt dat de CO₂-uitstoot in de komende jaren niet of niet voldoende daalt om de klimaatdoelstellingen te kunnen halen, dan kan er vanaf 2026 een norm (emissiegrenswaarde) worden ingesteld. Lees meer over het Ontwerpbesluit via de Powerpointpresentatie van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Vragen vanuit de werkgevers over de toepassing van het Ontwerpbesluit:
Na de presentatie van Ministerie van IenW en RUD Zuid-Limburg was er ruimte om vragen te stellen. De belangrijkste vragen en antwoorden zijn gebundeld.
-
Je moet de werkgebonden gemaakte kilometers van alle gebruikte vervoermiddelen opgegeven:
- De uitsplitsing gebeurt in eerste instantie op basis van vervoermiddel en brandstof.
- De uitsplitsing gebeurt verder op basis van woon-werkritten en zakelijke ritten.
- Je moet ook de jaarkilometers opgeven van vervoermiddelen met nul uitstoot zoals de fiets.
- Openbaar vervoer wordt niet uitgesplitst naar bus en trein.
- Zakelijke mobiliteit houdt in de lease vervoersmiddelen, zakelijke ritten en zakelijke declaraties met betrekking tot mobiliteit.
Het Ministerie van I&W werkt op dit moment aan een handreiking waarin wordt toegelicht op welke manier de benodigde data te verkrijgen is. Voor het verzamelen van gegevens over het woon-werkverkeer zal werken met een enquête onder medewerkers voldoende zijn om een goed beeld te krijgen. In de handreiking zal ook worden toegelicht welk responspercentage nodig is voor een representatieve enquête.
Ten aanzien van dienstreizen zal de handreiking sturen op een zorgvuldige registratie en het ophalen van data bij bijvoorbeeld lease-bedrijven.
-
Er komt een handreiking, naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023, waarin werkgevers informatie krijgen over hoe ze de gegevens kunnen ophalen die nodig zijn om het digitaal formulier in te vullen. Je vindt hierin ook uitleg en oplossingen voor onduidelijkheden of eventuele problemen bij het invullen. Door overzichtelijke beslisbomen en schema’s kun je als werkgever snel inzicht krijgen in de gegevens die je nodig hebt voor de registratie.
Er zal ook een oefenformulier beschikbaar worden gesteld om alvast eens te verkennen wat van een werkgever verwacht wordt. IenW raadt aan zeker eens te oefenen met het formulier, als voorbereiding op de eerste verplichte inzending.
Daarnaast is IenW in gesprek met (de meeste) leveranciers van administratiesystemen, leasemaatschappijen en andere stakeholders om de systemen zo in te richten dat zij gegevens verzamelen die de werkgevers nodig hebben. Denk bijvoorbeeld aan een praktische manier om zakelijke versus persoonlijke ritten uit te splitsen bij leasevoertuigen. Deze aanpassingen moeten in afspraak met het Ministerie gebeuren voor ingang van de registratieplicht.
Op deze manier wordt er naar een balans gezocht tussen beheersbare administratieve lasten en correcte emissieberekening. Het berekenen van de CO₂-emissie gebeurt door het platform, na het invullen van de gegevens. Je ontvangt na jouw indiening automatisch een rapportage. -
Jaarlijks nodigt Zuid-Limburg Bereikbaar al haar partners uit om deel te nemen aan de Effectmeting. Een onderzoek over duurzame mobiliteit, waarbij we jouw medewerkers bevragen over het reisgedrag en de voortgang evalueren.
Zodra de handreiking van het Ministerie wordt gepubliceerd, gaat Zuid-Limburg Bereikbaar onderzoeken hoe de jaarlijkse Effectmeting kan worden ingezet voor het verzamelen van de benodigde gegevens die nodig zijn om te rapporteren over het woon-werkverkeer. -
Zuid-Limburg Bereikbaar blijft werkgevers ondersteunen in de overstap naar duurzame mobiliteit. Denk daarbij aan het in kaart brengen van het reisgedrag van medewerkers, het potentieel dat duurzamer kan reizen en advies over concrete maatregelen waarmee je duurzaam vervoer stimuleert. Het introduceren van een fietsleaseplan en acties op de werkvloer om bewustwording en gedragsverandering te stimuleren horen daar ook bij.
-
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat het gaat over Nederlandse reizen. In Zuid-Limburg hebben we echter vaak te maken met medewerkers die in België of Duitsland wonen. Werkgevers hoeven bij een grensoverschrijdende rit geen onderscheid te maken tussen kilometers in het buitenland of in Nederland. Als je dus van Maastricht naar Visé rijdt, dan registreer je dit als één rit.
-
Kilometers per vliegtuig van en naar het buitenland tellen niet mee. Je registreert enkel de rit naar het Nederlandse vliegveld en de terugweg op Nederlandse bodem. Als de medewerker in het buitenland een auto huurt, dan hoef je dit niet te registreren. Als de medewerker de hele rit van Nederland naar zijn bestemming in het buitenland reist met de auto, dan moet dit wel geregistreerd worden.
-
Voor het Ministerie zijn de zakelijke kilometers van belang, maar het Ministerie eist niet dat er een splitsing in zakelijke en privé kilometers gebeurt. Wil je als organisatie die uitsplitsing maken, dan mag dat wel en Ministerie denkt er zelf over om de jaarlijkse lease kilometers te corrigeren door het aftrekken van woon-werk-verkeer/lease en forfaitaire lease. Het restant vormt dan de zakelijke kilometers. Als bedrijf vul je dan het aantal jaarkilometers in. Vervolgens krijg je een methode (aangereikt in de handreiking) waarmee het toch mogelijk is om de uitsplitsing tot het zakelijke deel in beeld te brengen.
-
De regels rondom deze controle zijn nog niet bekend. Nadat de gegevens zijn ingediend wordt er een administratieve controle gedaan door de Omgevingsdienst (Regionale UitvoeringsDienst Zuid-Limburg). Er wordt in eerste instantie gekeken naar de plausibiliteit van de gegevens.
-
De peildatum voor het aantal medewerkers is 1 januari van het kalenderjaar waarover je rapporteert. Het gaat daarbij om individuele medewerkers, dus niet FTE. Inhuurkrachten tellen niet als medewerker, net als college en raadsleden bij gemeenten. Ook dit wordt toegelicht in de handreiking.
-
Heb je nog specifieke vragen rondom dit thema? Stel je vraag dan aan onze mobiliteitsmakelaars. Rob Schaap is te bereiken via rob.schaap@zuid-limburg-bereikbaar.nl of +316 524 560 90. Kelly Reijnders bereik je via kelly.reijnders@zuid-limburg-bereikbaar.nl.


